Na jaren van discussie en procederen is de kogel door de
kerk. De SGP haalt belemmeringen voor vrouwen om namens de SGP verkiesbaar te
zijn voor politieke functies weg. Met het dubbelbesluit wordt enerzijds
tegemoet gekomen aan de uitspraak van de Hoge Raad die stelt dat het weerhouden
van vrouwen om voor de SGP op een kieslijst te staan discriminatie is en dus
niet is toegestaan. Anderzijds blijft de partij van mening dat vrouwen het
regeerambt niet toekomt en maakt op die wijze gebruik van de vrijheid van godsdienst.
Een slimme constructie die tegemoet komt aan de juridische bezwaren tegen het
weigeren van vrouwen in een politieke functie en tegelijk de SGP de vrijheid
geeft om in de politiek haar getuigenis blijvend te laten horen. Zowel de
partijvoorzitter als de partijleider klonken tevreden en uit berichtgeving in
reformatorische media lijkt ook de achterban van de partij met dit
dubbelbesluit genoegen te nemen. Men kan opgelucht ademhalen, stiekem wellicht
zelfs wat trots op zoveel slimmigheid. Ze hebben al die Clara’s en secularisten
toch maar mooi de loef afgestoken.
Overwinning
Ik moet eerlijk toegeven dat dit ook mijn gevoel en idee was
toen ik hoorde van het dubbelbesluit. Fijn dat men juridische bezwaren kan
wegnemen, tegelijk de eigen mening kan blijven verkondigen en ook niet al
teveel problemen lijkt te ontmoeten bij de achterban. Het getuigt van moed om besluiten te nemen die niet door iedereen juichend zullen worden begroet en ik ben blij om bij de SGP te bemerken dat men bereid is om pragmatisch met bepaalde vraagstukken om te gaan. Maar hoe langer ik erover
nadenk, hoe meer het ook bij mij knaagt. Is dit een overwinning voor christelijke
getuigenispolitiek? Kunnen we bij dit besluit opgelucht ademhalen? Natuurlijk,
in de praktijk kan de SGP vrouwen blijven weren. Juridische bezwaren zijn
weliswaar weggenomen, maar in het beginselprogramma blijft staan hoe de partij
tegen de zaken aankijkt en dus kan in alle vertrouwelijkheid een
selectiecommissie vrouwen weren van de lijst, omdat zij de inhoud van de partij
niet geloofwaardig kunnen vertolken. Niet hun vrouw zijn, maar hun
ongeschiktheid om gekandideerd te worden - om welke reden dan ook- is dan
doorslaggevend. In die zin blijft de SGP ruimte houden om principiële
afwegingen te maken. Maar juist daar zit hem voor mij ook het bezwaar. De
SGP heeft altijd gezegd dat het beruchte vrouwenstandpunt gebaseerd was op de
Bijbel. Als christelijke getuigenispartij is dat wat in Gods Woord
staat de kern van het politiek handelen, daar ging men principieel mee om en er
werden geen concessies geduld. Hoe je ook aankijkt tegen christelijke politiek,
het is een te respecteren wijze van politiek bedrijven. Bij de uitleg van het
dubbelbesluit echter, werd een redenering opgevoerd ter verdediging die mij wat
dubieus overkomt. Gesteld werd dat de SGP bleef bij haar standpunt, maar
tegelijk besefte dat binnen de huidige wetgeving voor de praktische uitvoering
ervan geen ruimte meer bestond. Omdat de partij ook braaf de wet wenste te
gehoorzamen nam zij het nobele besluit om zich bij die situatie neer te leggen.
Inwisselbaar
Het is een feit dat onze grondrechten worden afgebakend door
de wet. Maar hoe ver gaat dit? De SGP is een politieke partij, een vereniging
die eigen spelregels mag maken en eigen standpunten mag formuleren en
uitdragen. Mensen die zich aangesproken voelen kunnen lid worden en op de
partij stemmen, mensen die zich er niet in kunnen vinden blijven er vooral ver
vandaan en stemmen op iets anders of stemmen niet. We noemen dat het recht van
vereniging en vergadering. Het is een cruciaal punt in onze democratie dat
mensen samen mogen komen, eigen meningen mogen formuleren en daarvoor steun
mogen verwerven. Het wringt bij mij dat een partij de vrijheid verliest om
binnen de eigen vereniging of partij ook in praktijk te brengen wat men gelooft
of vindt. Het wringt helemaal wanneer een partij uitspreekt zich hierbij neer
te leggen. Zeker voor een principiële partij als de SGP is nu het hek van de
dam. Ik hoop dat men zich daarvan bewust is. Door in het verleden herhaaldelijk
te stellen dat het standpunt door de almachtige God is ingegeven en nu te
stellen dat deze aanwijzing van de Almachtige blijkbaar niet uitgevoerd hoeft
te worden omdat de wereldlijke wetgever nu eenmaal anders heeft beschikt vind
ik een zwak signaal. Het doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van christelijke
politiek. Het wekt de schijn dat de bevelen van God blijkbaar inwisselbaar zijn.
Boodschap
In mijn optiek was het geloofwaardiger geweest wanneer de
SGP in deze zaak principieel was gebleven. Dat had op twee manieren gekund. Enerzijds
had men kunnen toegeven dat het menselijk tekort is geweest om de Bijbel ten
aanzien van vrouwen zo te interpreteren als men altijd heeft gedaan. Het vrouwenstandpunt
had dan kunnen worden losgelaten, vergezeld van een schuldbekentenis voor een verkeerde exegese. Anderzijds had men
ervoor kunnen kiezen om de uiterste consequentie te trekken en met het
handhaven van een voor hen heilig, want door God gegeven standpunt zichzelf
onmogelijk te maken binnen het politieke bestel. Maar men heeft geen van beiden
gedaan. Men heeft gekozen voor een oplossing die op het eerste gezicht prachtig
oogt, maar bij nadere beschouwing schade toebrengt aan de geloofwaardigheid van
christelijke politiek en de boodschap van onze God en Schepper.
Pragmatisch
Al met al noopt dit alles ons christenen, van welke partij
dan ook, tot nadenken. Ik heb alle begrip voor de moeilijke positie van de SGP en ik beschouw de partij als een nauwe bondgenoot in de politiek. Ook bij mijn eigen partij, de ChristenUnie, worstelen we met vragen over hoe we onze uitgangspunten kunnen blijven vormgeven in de huidige politieke en juridische context. Ook daar is verlegenheid te bespeuren over hoe om te gaan met standpunten die liggen op het snijvlak van vrijheid van godsdienst en het verbod op discriminatie. Het wordt steeds meer duidelijk dat principes worden
begrensd door veranderde wetgeving. Zelfs de principiële SGP laat meer en meer
zien dat christelijke politici kiezen voor een pragmatische weg, waarbij het
soms nodig is om principes niet te zwaar te laten wegen om de ontwikkelingen
te beïnvloeden en de schade van vanuit christelijk oogpunt verkeerde wetgeving
te beteugelen. Dat kan een goede keuze zijn, vanuit de gedachte dat we als
christenen geroepen zijn het licht te laten schijnen, wat onmogelijk is wanneer
we ons afzijdig houden of buiten spel zetten door al te principiële standpunten
in te nemen. Maar hoe ver gaan we daar in? En wat zijn onze principes
eigenlijk? Ook het verabsoluteren van principes die wij menen te ontdekken in
de Schrift kan op termijn schadelijk zijn. Dat is nu wel gebleken. En wat is onze rol in de politiek als
christenen eigenlijk? Willen we onze huidige organisaties en rechten behouden? Of
willen we, net als Jozef en Daniël ooit deden, als gelovigen onze plaats
innemen in een seculiere overheid om zo onze verantwoordelijkheid ook daar op
ons te nemen? Of misschien is de conclusie juist wel meer dopers en dwingen de ontwikkelingen ons om ons meer en meer afzijdig op te stellen, om zo principieel te kunnen blijven...
Het wordt hoog tijd dat we ons als christenen eens stevig gaan
bezinnen op de vraag hoe we, wanneer de wet meer en meer grenzen stelt aan de
vrijheid van godsdienst en van vereniging en vergadering, toch onze plek blijven
innemen in deze samenleving.