woensdag 16 januari 2013

Slimmigheid, of slapheid?


Na jaren van discussie en procederen is de kogel door de kerk. De SGP haalt belemmeringen voor vrouwen om namens de SGP verkiesbaar te zijn voor politieke functies weg. Met het dubbelbesluit wordt enerzijds tegemoet gekomen aan de uitspraak van de Hoge Raad die stelt dat het weerhouden van vrouwen om voor de SGP op een kieslijst te staan discriminatie is en dus niet is toegestaan. Anderzijds blijft de partij van mening dat vrouwen het regeerambt niet toekomt en maakt op die wijze gebruik van de vrijheid van godsdienst. Een slimme constructie die tegemoet komt aan de juridische bezwaren tegen het weigeren van vrouwen in een politieke functie en tegelijk de SGP de vrijheid geeft om in de politiek haar getuigenis blijvend te laten horen. Zowel de partijvoorzitter als de partijleider klonken tevreden en uit berichtgeving in reformatorische media lijkt ook de achterban van de partij met dit dubbelbesluit genoegen te nemen. Men kan opgelucht ademhalen, stiekem wellicht zelfs wat trots op zoveel slimmigheid. Ze hebben al die Clara’s en secularisten toch maar mooi de loef afgestoken.

Overwinning
Ik moet eerlijk toegeven dat dit ook mijn gevoel en idee was toen ik hoorde van het dubbelbesluit. Fijn dat men juridische bezwaren kan wegnemen, tegelijk de eigen mening kan blijven verkondigen en ook niet al teveel problemen lijkt te ontmoeten bij de achterban. Het getuigt van moed om besluiten te nemen die niet door iedereen juichend zullen worden begroet en ik ben blij om bij de SGP te bemerken dat men bereid is om pragmatisch met bepaalde vraagstukken om te gaan. Maar hoe langer ik erover nadenk, hoe meer het ook bij mij knaagt. Is dit een overwinning voor christelijke getuigenispolitiek? Kunnen we bij dit besluit opgelucht ademhalen? Natuurlijk, in de praktijk kan de SGP vrouwen blijven weren. Juridische bezwaren zijn weliswaar weggenomen, maar in het beginselprogramma blijft staan hoe de partij tegen de zaken aankijkt en dus kan in alle vertrouwelijkheid een selectiecommissie vrouwen weren van de lijst, omdat zij de inhoud van de partij niet geloofwaardig kunnen vertolken. Niet hun vrouw zijn, maar hun ongeschiktheid om gekandideerd te worden - om welke reden dan ook- is dan doorslaggevend. In die zin blijft de SGP ruimte houden om principiële afwegingen te maken. Maar juist daar zit hem voor mij ook het bezwaar. De SGP heeft altijd gezegd dat het beruchte vrouwenstandpunt gebaseerd was op de Bijbel. Als christelijke getuigenispartij is dat wat in Gods Woord staat de kern van het politiek handelen, daar ging men principieel mee om en er werden geen concessies geduld. Hoe je ook aankijkt tegen christelijke politiek, het is een te respecteren wijze van politiek bedrijven. Bij de uitleg van het dubbelbesluit echter, werd een redenering opgevoerd ter verdediging die mij wat dubieus overkomt. Gesteld werd dat de SGP bleef bij haar standpunt, maar tegelijk besefte dat binnen de huidige wetgeving voor de praktische uitvoering ervan geen ruimte meer bestond. Omdat de partij ook braaf de wet wenste te gehoorzamen nam zij het nobele besluit om zich bij die situatie neer te leggen.

Inwisselbaar
Het is een feit dat onze grondrechten worden afgebakend door de wet. Maar hoe ver gaat dit? De SGP is een politieke partij, een vereniging die eigen spelregels mag maken en eigen standpunten mag formuleren en uitdragen. Mensen die zich aangesproken voelen kunnen lid worden en op de partij stemmen, mensen die zich er niet in kunnen vinden blijven er vooral ver vandaan en stemmen op iets anders of stemmen niet. We noemen dat het recht van vereniging en vergadering. Het is een cruciaal punt in onze democratie dat mensen samen mogen komen, eigen meningen mogen formuleren en daarvoor steun mogen verwerven. Het wringt bij mij dat een partij de vrijheid verliest om binnen de eigen vereniging of partij ook in praktijk te brengen wat men gelooft of vindt. Het wringt helemaal wanneer een partij uitspreekt zich hierbij neer te leggen. Zeker voor een principiële partij als de SGP is nu het hek van de dam. Ik hoop dat men zich daarvan bewust is. Door in het verleden herhaaldelijk te stellen dat het standpunt door de almachtige God is ingegeven en nu te stellen dat deze aanwijzing van de Almachtige blijkbaar niet uitgevoerd hoeft te worden omdat de wereldlijke wetgever nu eenmaal anders heeft beschikt vind ik een zwak signaal. Het doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van christelijke politiek. Het wekt de schijn dat de bevelen van God blijkbaar inwisselbaar zijn.

Boodschap
In mijn optiek was het geloofwaardiger geweest wanneer de SGP in deze zaak principieel was gebleven. Dat had op twee manieren gekund. Enerzijds had men kunnen toegeven dat het menselijk tekort is geweest om de Bijbel ten aanzien van vrouwen zo te interpreteren als men altijd heeft gedaan. Het vrouwenstandpunt had dan kunnen worden losgelaten, vergezeld van een schuldbekentenis  voor een verkeerde exegese. Anderzijds had men ervoor kunnen kiezen om de uiterste consequentie te trekken en met het handhaven van een voor hen heilig, want door God gegeven standpunt zichzelf onmogelijk te maken binnen het politieke bestel. Maar men heeft geen van beiden gedaan. Men heeft gekozen voor een oplossing die op het eerste gezicht prachtig oogt, maar bij nadere beschouwing schade toebrengt aan de geloofwaardigheid van christelijke politiek en de boodschap van onze God en Schepper.

Pragmatisch
Al met al noopt dit alles ons christenen, van welke partij dan ook, tot nadenken. Ik heb alle begrip voor de moeilijke positie van de SGP en ik beschouw de partij als een nauwe bondgenoot in de politiek. Ook bij mijn eigen partij, de ChristenUnie, worstelen we met vragen over hoe we onze uitgangspunten kunnen blijven vormgeven in de huidige politieke en juridische context. Ook daar is verlegenheid te bespeuren over hoe om te gaan met standpunten die liggen op het snijvlak van vrijheid van godsdienst en het verbod op discriminatie. Het wordt steeds meer duidelijk dat principes worden begrensd door veranderde wetgeving. Zelfs de principiële SGP laat meer en meer zien dat christelijke politici kiezen voor een pragmatische weg, waarbij het soms nodig is om principes niet te zwaar te laten wegen om de ontwikkelingen te beïnvloeden en de schade van vanuit christelijk oogpunt verkeerde wetgeving te beteugelen. Dat kan een goede keuze zijn, vanuit de gedachte dat we als christenen geroepen zijn het licht te laten schijnen, wat onmogelijk is wanneer we ons afzijdig houden of buiten spel zetten door al te principiële standpunten in te nemen. Maar hoe ver gaan we daar in? En wat zijn onze principes eigenlijk? Ook het verabsoluteren van principes die wij menen te ontdekken in de Schrift kan op termijn schadelijk zijn. Dat is nu wel gebleken.  En wat is onze rol in de politiek als christenen eigenlijk? Willen we onze huidige organisaties en rechten behouden? Of willen we, net als Jozef en Daniël ooit deden, als gelovigen onze plaats innemen in een seculiere overheid om zo onze verantwoordelijkheid ook daar op ons te nemen? Of misschien is de conclusie juist wel meer dopers en dwingen de ontwikkelingen ons om ons meer en meer afzijdig op te stellen, om zo principieel te kunnen blijven...

Het wordt hoog tijd dat we ons als christenen eens stevig gaan bezinnen op de vraag hoe we, wanneer de wet meer en meer grenzen stelt aan de vrijheid van godsdienst en van vereniging en vergadering, toch onze plek blijven innemen in deze samenleving.